Onze gedragslijn inzake "public relations" is meer gebaseerd op aantrekkingskracht dan op reclame; ten aanzien van pers, radio, TV en film moeten wij altijd onze persoonlijke anonimiteit handhaven

11

Zonder haar ontelbare weldoeners zou AA nooit gegroeid zijn tot wat zij nu is.
Over heel de wereld zijn alcoholisten naar AA gestuwd door alle mogelijke vormen van een enorme, gunstige publiciteit. In AA-bureaus , clubs en gezinnen, belt onafgebroken de telefoon. Een stem zegt: "Ik las iets in de krant" - "Wij luisterden gisteren naar de radio en ... " of "Wij zagen een film" of nog "Wij zagen iets over AA op de televisie".
Wij overdrijven niet wanneer wij zeggen dat zeker de helft van onze leden langs deze weg AA gevonden heeft.
Zij, die inlichtingen vragen , zijn niet allemaal alcoholisten en zelfs niet noodzakelijk familieleden. Dokters lezen over AA in een medisch tijdschrift en vragen meer inlichtingen. Geestelijken vinden een artikel in een kerkblad en willen er meer over weten. Werkgevers horen dat verscheidene grote bedrijven onze werking goedkeuren en willen horen wat er in hun onderneming aan het alcoholisme kan gedaan worden.
Wij dragen bijgevolg een grote verantwoordelijkheid. Wij moeten voor AA de beste politiek van public-relations zien te ontwikkelen. Na vele pijnlijke ervaringen menen wij dat wij thans die politiek kennen. Ze wijkt in vele opzichten radicaal af van de gebruikelijke manier om iets bekend te maken. Wij ondervonden dat wij meer moesten betrouwen op aantrekkingskracht dan op reclame.
Laat ons eens kijken, hoe deze twee contrasterende ideeën, aantrekkingskracht en reclame, werken.
Wanneer een politieke partij een verkiezing wil winnen, dan roemt zij de deugden van haar leiders om nieuwe stemmen te krijgen. Een verdienstelijk liefdadig werk dat fondsen wil verzamelen, begint met de namen op te sommen van alle bekende personen die zij voor haar werk kan winnen.
Veel van het politieke, economische en religieuze leven hangt af van de publiciteit die rond leiderschap wordt gemaakt. Mensen, die een zaak of een idee symboliseren, voldoen aan een diepe menselijke nood.
AA betwist dat niet. Wij moeten alleen nuchter voor ogen houden dat in de kijker lopen gevaarlijk is.
Vooral voor ons. Door zijn temperament was bijna ieder van ons een niet te stoppen promotor en het vooruitzicht van een vereniging die bijna uitsluitend bestaat uit promotors was afschrikwekkend. Rekening houdend met deze explosieve factor wisten wij dat wij een zekere terughoudendheid aan de dag dienden te leggen.
Die houding was uitermate lonend. De beste persagenten van AA hadden een dergelijk resultaat voor Anonieme Alcoholisten niet kunnen bekomen .
Het spreekt vanzelf dat wij wilden dat AA overal bekend werd, dus vertrokken wij van het idee dat wij dat veel beter door onze vrienden konden laten doen, dan er zelf aan te beginnen.
Het is dat wat gebeurd is en met welk een verbluffend resultaat. Doorwinterde pers lui, die steeds uitermate kritisch zijn, zijn allen opgetogen om de AA-boodschap te doen kennen. Wij zijn voor hen meer dan stof voor een goed verhaal. Op bijna elk nieuwsfront zijn de dames en heren van de pers goede vrienden van AA geworden.
In het begin begreep de pers onze weigerige houding tegenover alle persoonlijke publiciteit niet. Zij waren werkelijk uit hun lood geslagen door ons aandringen op anonimiteit. En opeens hadden zij het beet. Hier was iets dat zeldzaam was in de wereld: een vereniging die zei dat zij haar principes en haar werk wilde doen kennen maar niet haar individuele leden. De pers was in de wolken over zulke houding. Sedertdien hebben deze vrienden over AA geschreven met een enthousiasme dat zelfs onze vurigste leden moeilijk zouden evenaren.
Er is zelfs een tijd geweest dat de pers in Amerika de anonimiteit in AA noodzakelijker voor ons achtte dan sommige van onze eigen leden zelf. Op een bepaald ogenblik verbraken een honderdtal AA'ers hun anonimiteit op publiek vlak. Met de beste inzichten bezield verklaarden deze mensen dat het principe van de anonimiteit hopeloos verouderd was, iets dat nog tot de pioniersperiode behoorde. Zij waren ervan overtuigd dat AA veel beter en verder zou opschieten wanneer men zich van de moderne publiciteitsmiddelen zou bedienen. In AA, zegden zij, waren verscheidene mensen met een plaatselijke, maar ook nationale en zelfs internationale faam. Indien zij ermee akkoord moesten gaan en velen gingen akkoord - waarom zou men dan hun namen niet bekend maken? Het zou voor velen een aanmoediging zijn om zich bij ons te voegen .
Dat waren aannemelijke argumenten, maar gelukkig waren onze vrienden van de pers niet akkoord.
De foundation schreef brieven naar elke nieuwsdienst van Noord-Amerika. Zij zette in haar schrijven uiteen dat onze politiek van public-relations meer berustte op aantrekkingskracht dan op publiciteit en zij legde er de nadruk op dat de persoonlijke anonimiteit de beste bescherming van AA was. Sedertdien hebben schrijvers en uitgevers meermaals namen en foto's van AA-leden uit hun publicaties over AA geweerd; dikwijls hebben zij al te ambitieuze personen aan de anonimiteitspolitiek van AA herinnerd. Voor dat doel hebben zij zelfs goede kopij opgeofferd. De kracht van hun werking heeft ons veel goed gedaan. Er zijn nog slechts enkele AA'ers overgebleven die vrijwillig hun anonimiteit op het publiek vlak hebben prijsgegeven.
Op die manier is de elfde traditie van AA gegroeid . Voor ons vertegenwoordigt ze echter meer dan een gezonde politiek van public-relations. Het is meer dan het zich onthouden van eigenbaat. Deze traditie herinnert ons op voortdurende en praktische manier aan het feit dat er in AA geen plaats is voor persoonlijke ambities.Door deze traditie wordt elk lid een actieve bewaker van onze gemeenschap.