ik snap het

We vroegen God nederig onze tekortkomingen weg te nemen.


Zodra we er helemaal klaar voor zijn om onze tekortkomingen te laten wegnemen, zijn velen van ons er ook helemaal klaar voor. Gek genoeg wordt het dan pas echt lastig. Hoe meer we vechten om onszelf te ontdoen van een bepaalde tekortkoming, des te taaier die tekortkoming lijkt te worden. Het maakt ons nederig wanneer het tot ons doordringt dat wij niet alleen machteloos staan tegen onze verslaving, maar ook tegen onze karaktergebreken.
Uiteindelijk gaat er een lampje branden. De zevende stap stelt niet dat wij onszelf van onze tekortkomingen ontdoen, maar dat we aan onze Hogere Macht vragen om ons ervan te bevrijden. In ons dagelijkse gebed richten we het vizier op iets anders. Wij geven toe dat we onszelf niet beter kunnen maken. Om die reden vragen we onze Hogere Macht om datgene voor ons te doen waar wij zelf niet toe in staat zijn. En dan wachten wij.
Met ons programma kunnen we dagenlang in Stap Zeven blijven hangen. Mogelijk ervaren wij geen plotselinge en volledige bevrijding van onze gebreken. Maar wij ervaren vaak wel een kleine verschuiving in onze waarneming van onszelf en anderen. Door de bril van de zevende stap, kijken we met een minder kritische blik naar anderen in onze omgeving. Wij weten dat velen van hen ook worstelen met tekortkomingen waar zij graag vanaf zouden willen. We weten ook dat zij, net als wij, machteloos zijn over hun eigen gebreken. Wij vragen ons af of zij ook nederig bidden om hun gebreken te laten wegnemen.
Wij beginnen anderen te beoordelen zoals we geleerd hebben onszelf te beoordelen: met een mededogen dat voortkomt uit nederigheid. Als we naar anderen kijken - en naar onszelf blijven kijken - dan kunnen we eindelijk zeggen 'Ik snap het'.

God, help mij om door de bril van Stap Zeven te kijken. Help mij om het te begrijpen.