De groep wij doen weer mee bestaat 5 jaar. Een mooi en
symbolisch moment om eens te vieren, na te denken, stil te staan, of is het net
andersom, stil te staan, na te denken en dan overtuigd en met plezier vieren ? Ik ben een trouwe bezoeker. Tijdens mijn eerste
opname, 1992, bij de Broeders Alexianen te Boechout, waar ik hulp hoopte te vinden
voor het feit dat ik misschien, af en toe toch wel wat teveel dronk, werd ik geconfronteerd
met een stukje van mezelf door Magda, die Kunst-therapie verstrekte. Ik die eigenlijk toch
wel alles wist over alle problemen en hoe ze op te lossen, alleen nu heel eventjes
niet zo heel erg, liet mij verleidden tot een begeleide fantasie. Met heel wat vlieg en
kunstwerk van ons beiden, want hoe rijm je 'alles weten' met het aanvaardden dat
je 'onvervulde dromen' zou kunnen hebben ... heb ik toen één en ander op papier
gezet toen, en uiteindelijk ook een postkaart geschilderd van een bootje, mijn bootje,
zoals de opdracht was. Mijn fantasietje ging
als volgt toen : ik was op weg in mijn bootje, wat voor mij toen een opengedraaid
sardineblikje bleek te zijn, met zeil, op een eerder ruwe zee, naar een eilandje.
Ja okay, een sardineblik ... 't is dan ook een fantasietje en vraag mij niet waarom
ik me dan geen luxejacht fantaseerde ". Op dat eilandje waren er een aantal
mensen, geen massa, maar een aantal vrouwen, mannen en kinderen die daar moesten
zijn en die er tevreden waren. Er waren spanningen
tussen de mensen en meningsverschillen, maar
geen echte 'oorlogen'. Iedereen streefde er naar een vorm van 'eenheid' en weinige
dingen, 'moesten'. Er was geen 'gezag'
of 'partijen'. Op de één of andere
manier, wist iedereen wat diende te gebeuren en dat gebeurde dan ook. Wat toen nieuw
was voor mij in dat fantasietje, was dat ik mij geaccepteerd voelde in die kleine
gemeenschap . Niemand had echt zware kritiek op wat ik deed of vertelde. Soms werd ik zelfs gevraagd
om een verhaaltje te vertellen, wat ik erg graag deed. Over wat ik meegemaakt
had dan maar, doch ik was wel alert, voor
de manier waarop ik vertelde. Het waren echte verhalen
over echte dingen met echte gevoelens, zonder moraal aan't einde. In mijn fantasie
was ik eerlijk en dat werd daar geapprecieerd. Erg intense momenten
werden afgewisseld met momenten van rust en harmonie. Alcohol kwam helemaal
niet voor in mijn fantasie, niet ten goede, niet ten kwade ... bestond gewoon niet
. In mijn fantasie van
toen, was ik op weg naar dat eilandje. Wie mijn persoonlijk
verhaal een beetje kent, kan de sprong naar mijn realiteit wel maken. Ongeveer 9
maanden na Boechout volgde de Broeders te
Tienen. Ditmaal geheel vrijwillig
en toch wel met een ander idee. Ik was ervan overtuigd
geraakt dat ik teveel dronk. Het drong tot
me door, dat je wel moest drinken om in leven te blijven, maar niet per definitie,
jenever , wijn, bier, cognac, ... Dat ik wel eens totaal
afhankelijk zou kunnen zijn van flesjes met alcohol, was een realiteit , die ik
voor mezelf nog zorgvuldig verstopt hield. Die realiteit kon mijn geest nog niet
aan. Trouwens wat is dat
eigenlijk, afhankelijk zijn van ... Na ongeveer 3 maanden meende ik mijn kennis
over alcohol, verslaving , emoties, ouders, echtscheiding, ..., voldoende gescherpt te hebben om mijn leven weer op te pikken.
Hoewel ik er ditmaal niet in geslaagd was
alcoholvrij te blijven, maakte ik een gouden belofte en voornemen aan mezelf, ik
was nu voldoende gewapend om de strijd aan te binden en zou stoppen met alcohol
drinken. Raar maar waar, maakte
ik mij geen illusie over 'gematigd' of 'sociaal drinken'. Toch niet bewust. Ik besefte wel degelijk
dat ik met mijn persoonlijkheid , dit niet kon. 't Was buigen of barsten, flesje,
nu tussen ons ! Toen volgde, toeval
of niet, mijn 7 vette of magere jaren, 't is maar hoe je het wil bezien. Ik heb
leren buigen voor een macht groter dan mezelf, de fles. Ik heb leren barsten
door uiteindelijk de raad op te volgen van iemand, die mij onomwonden een alcoholist
noemde en vertelde dat ik contact kon opnemen met AA. In Augustus ben
ik op mijn Eilandje aangekomen. In mijn fantasietje
was ik vergeten mijn eilandje een naam te geven. Ik kon onmogelijk weten
toen, dat dit eilandje, Wij Doen Weer Mee, zou noemen.